lichess.org
Donate
Surrender

pexels.com

Ontgoocheling na verlies

Chess
Ontgoocheling na verlies kan zwaar aankomen, vooral als het komt na een goede partij.

Ontgoocheling na verlies kan zwaar aankomen, vooral als het komt na een goede partij, waarin je misschien zelfs voordeel had. Het kan komen door een pijnlijke blunder, door tijdnood, door tornooi-omstandigheden.

Één van de meer recente voorbeelden – en “video is gold” denk ik dan – zag ik op Youtube, waar diverse live-uitzendingen aan de gang zijn over de prestigieuze open van IJsland. Vanaf 3:14:16, toen Anna Cramling (heb ik die vorig jaar nu wel of niet gezien in het lokaal van de KGSRL tijdens het Vlaams kampioenschap?) na haar verlies in de zesde ronde, live haar ontgoocheling streamde. Half verdwaasd, half ontgoocheld door het verlies tegen een zwakkere tegenstander, half beseffend wat ze gemist had, was dit een stukje video om in te kaderen.

Zeer begrijpelijk (typisch bijna) had ze de reddende zet gezien, maar door tijdnood een impulsieve beslissing genomen en een andere zet gespeeld. Zeer herkenbaar... Het moet gezegd, haar tegenstander speelde een zeer knappe partij, maar dat je dan net die ene redding niet grijpt, die je zelfs overwogen hebt – het blijft pijnlijk.

Het eerste voorbeeld van extreme ontgoocheling dat ik me voor de geest kan halen, hoe een topper hiermee omgaat, was toen Nikita Vitiugov beduusd bleef zitten na zijn uitschakeling in de World Cup in 2019. Uiteindelijk pakte hij het filosofisch op en hoewel hij niet meer de 2750 elo heeft uit die periode, is hij nu zeer waarschijnlijk a happier man in England, zijn nieuwe federatie. Ik herinner me ook nog een zeer pijnlijk verlies van Markus Ragger, maar het specifieke tornooi kan ik niet meer terugvinden.

Donner maakte het ook al mee in het Hoogovenstornooi van 1974. In zijn artikel “The fable of the sperm” (ik heb hier even enkel de Engelstalige versie bij de hand) beschrijft hij hoe hij totaal onverwacht wint van Ghitescu – die op het einde van de partij beseft wat voor ramp hij over zichzelf heeft afgeroepen. Een zeer sterk gespeelde partij die hij altijd had moeten winnen... In de onderstaande stelling zette hij de eerste stap naar zijn ondergang: hij speelde in onderstaande stelling 41.Tb2, terwijl meteen oprukken met 41...f3 42.Txh5 Tg2 43.Th8 Ke5 44.Tf8 Ke4 won.

Donner

Uiteindelijk kwam hij terecht in volgend troosteloos eindspel, dat hij op automatische piloot nog wat doorspeelde tot hij besefte dat een grootmeester hier niets meer weggeeft met wit.
Zelf heb ik het ook meegemaakt – verliezen tegen iemand waarvan je altijd moet winnen – en die zo je titelkansen in een clubkampioenschap verknalt. Zeker niet mijn beste herinnering, deze partij tegen Maurits Buyse.

partij tegen Maurits Buyse.

Een andere “beroemde” ontgoocheling die ik op het bord toverde, vind je op Chessbase: na mijn partij tegen Stephane Fauré in interclub (toen ik enkele seizoenen voor Izegem speelde), gaf ik forfait voor de laatste twee interclub rondes. Hier had ik even tijd nodig om dit te verwerken.